De Omgevingswet: wat is er allemaal veranderd?

Deskundig advies en volledige begeleiding in ruimtelijke ordening.
Wij maken uw plannen mogelijk!

De Omgevingswet: wat is er allemaal veranderd?

Ruim een jaar geleden, op 1 januari 2024, is de Omgevingswet in werking getreden. De grootste wetswijziging van de afgelopen decennia die alles raakt in ‘de fysieke leefomgeving’. Een bundeling van alle wetten die hiervoor ‘versnipperd’ waren, een verandering van procedures, begrippen, vindplaatsen en toetsingskaders. Een overgangsfase waar we nog tot 2032 de tijd voor hebben, om alles in te richten volgens de nieuwe systematiek. Maar wat zijn nu eigenlijk de belangrijkste veranderingen?

De belangrijkste veranderingen op een rijtje

Om alle veranderingen van de gehele Omgevingswet in één blog te behandelen, is erg ambitieus. Daarom wordt op hoofdlijnen stilgestaan bij de volgende onderwerpen:

  1. de wet en AMvB’s;
  2. het toetsingskader;
  3. de procedures.

De wet en AMvB’s

Degenen die de afgelopen jaren een training of cursus hebben gevolgd, hebben het ongetwijfeld gehoord: de Omgevingswet vervangt (gedeeltelijk) circa 26 wetten en een ongekend aantal lagere wetgeving, zoals ministeriële regelingen en algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s). Daar waar voorheen de Wet ruimtelijke ordening (Wro), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en er tig specifieke wetten waren (woningwet, waterwet, etc.), is dat nu teruggebracht naar de Omgevingswet.

De onderliggende regelingen of AMvB’s, zoals het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), Besluit omgevingsrecht (Bor) en het Bouwbesluit 2012, zijn vervangen door 4 AMvB’s:

  • Besluit activiteiten leefomgeving (Bal);
  • Besluit bouwwerken leefomgeving (BbL);
  • Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl);
  • Omgevingsbesluit (Ob).

En daarbij zijn er inmiddels vele lagere regelingen ingevoerd, maar laten we voor nu buiten beschouwing. De vraag is, hoeveel is er feitelijk veranderd? Is het Bal niet gewoon het voormalige activiteitenbesluit, met nieuwe begrippen en aansluitend bij de systematiek van de Omgevingswet? Geldt het Bbl niet hetzelfde, en is dit gewoon het Bouwbesluit 2012? En is het Bkl niet een opeenhoping van regels uit o.a. de Wro en Wabo?

De term “oude wijn in nieuwe zakken” gaat in veel gevallen op. Natuurlijk, met eveneens de invoering van de Wet kwaliteitsborging, is er wel wat veranderd. Ook met – de al veel eerder aangekondigde verankering van het Égalitébeginsel – invoering van nadeelcompensatie, zijn er wel veranderingen te vinden. De uitbreiding van het toetsingskader is wellicht de meest in het oog springende, daarover hieronder meer.

Het toetsingskader

Onder de Wro en de Wabo werd gesproken van ‘een goede ruimtelijke ordening’[1]. Deze term is onder de Omgevingswet komen te vervallen. In artikel 1.3 Omgevingswet staan de maatschappelijke doelen van de wet genoemd. Om deze doelen te bereiken wordt een omgevingsplan (onder de Wro vergelijkbaar met een ‘bestemmingsplan’) vastgesteld, die ‘regels bevat die nodig zijn met het hoog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties[1]. Dit wordt ook wel afgekort als ‘ETFAL’. De vraag is nu: wanneer voldoe je aan een ‘evenwichtige toedeling van functie aan locaties’, of is dit hetzelfde de vroegere ‘goede ruimtelijke ordening’?

Opvallend is dat het omgevingsplan moet voldaan aan deze ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’ bij het vaststellen ervan. Dat impliceert dat elk aspect dat in een omgevingsplan moet staat, hieraan moet bijdragen (en overigens ook moet aansluiten bij de maatschappelijke doelen van de Omgevingswet).

In het Bkl (het hiervoor genoemde Besluit kwaliteit leefomgeving) staan in hoofdstuk 5, afdeling 5.1, de instructieregels voor het opstellen van het Omgevingsplan[2]. Sterker nog, de afdeling heet concreet “Instructieregels met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties”. In welk opzicht dit concreet zal verschillen van ‘een goede ruimtelijke ordening’ is nog de vraag: de praktijk / rechtspraak zal dit uitwijzen. De nieuwsgierigheid gaat vooral uit naar het aspect ‘gezondheid’, dat onder de Omgevingswet een prominente plek heeft gekregen[3]. Wat dit omvat en voor de praktijk zal betekenen, is nog niet duidelijk.

De procedures

Voor de kenners is het al duidelijk: qua procedures is er niet veel veranderd. Waar voorheen voor een bestemmingsplan de uitgebreide procedure werd voorgeschreven, is dat onder een wijziging van het omgevingsplan niet anders (logisch). Er is echter wel één noemenswaardige verandering: de procedure bij het afwijken van het omgevingsplan.

Onder de Wabo was voor een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan de uitgebreide procedure voorgeschreven, dat technisch gezien een procedure van 26 weken omvat en in de praktijk vaak driekwart jaar. Onder de Omgevingswet is standaard voor het afwijken van het omgevingsplan – hier genoemd een ‘buitenplanse omgevingsplan activiteit’, of kortweg “BOPA” – de reguliere procedure van 8 weken voorgeschreven[4].

Daarop zijn een aantal uitzonderingen, zoals het eenmalig verlengen met 6 weken[5] of de uitgebreide procedure van toepassing te verklaren[6]. Dit laatste kan alleen onder voorwaarden en de indiener van de omgevingsvergunning is belanghebbende bij dit besluit (en kan hiertegen dus een zienswijze indienen, wat in het kader van doorlooptijd en hogere legeskosten wenselijk kan zijn).

Onder aan de streep betekent dit, dat voor een afwijking van het omgevingsplan, dit – indien alles meezit – als binnen 8 weken geregeld kan zijn. En dat is ten opzichte van de situatie onder de Wabo, toch echt een enorme tijdwinst.

Dus, is er veel veranderd?

Het antwoord daarop is tweeledig. Ja, er is enorm veel veranderd als het gaat om de terminologie, begrippen, vindplaatsen en het digitaal stelsel omgevingswet (DSO). Maar voor de professional is het een feest der herkenning, waarbij de veranderingen die er daadwerkelijk zijn veelal door de praktijk (en rechtspraak) uitgekristalliseerd dienen te worden.

[1] Artikel 4.2 Omgevingswet.

[2] Artikel 5.1 t/m 5.162 Bkl.

[3] Artikel 2.1, lid 4 Omgevingswet.

[4] Artikel 16.62 Omgevingswet.

[5] Artikel 16.64, lid 2 Omgevingswet

[6] Artikel 16.65 Omgevingswet.

[1] Artikel 3.1 Wro en artikel 2.12, lid 1, sub a, onder c, Wabo.

Vraagt u zich af wat de invoering van de Omgevingswet voor impact heeft op uw organisatie, werkveld of project? Neem gerust contact met ons op!

Contactformulier